Rudi Holla

WERKOMSCHRIJVING VOEGWERK gesneden/geknipt.

Samenstelling van de voeg
De samenstelling van de oude voegmortel en de metselmortel kan een leidraad zijn bij de keuze van de
nieuw aan te brengen voegspecie. De afzonderlijke bestanddelen (bindmiddel, toeslagstoffen zoals zand, water en eventuele hulpstoffen),
waaruit de voegspecie is opgebouwd, dienen in het juiste volume gemengd te worden en vrij van
verontreinigingen te zijn. Gebruik van St Astier kalk of traskalk als bindmiddel is bij restauratie van historisch voegwerk het
uitgangspunt. Voor aanvang van de werkzaamheden zullen altijd proefstukken gezet worden.

Voorbereidende werkzaamheden
Voegen verwijderen met behulp van gereedschap dat geen schade toebrengt aan het historisch metselwerk.
Dat kan ondermeer met een door perslucht aangedreven beiteltje. De voegen moeten ruim tot de diepte van
hun eigen breedtemaat worden uitgehaald. Elk ander gereedschap voor het verwijderen van de restanten
van de oude voegen is mogelijk zolang dat maar niet leidt tot schade aan het metselwerk.
- Voegopeningen schoonmaken met gebruikmaking van lucht en water;
- metselwerk vooraf het voegen licht bevochtigen.

Aanbrengen van de snij- knipvoeg
Bij een geknipte voeg ligt het vlak van de voeg voor het vlak van de steen. Een gesneden voeg steekt niet
voor de steen uit. De voeger snijdt langs een rei, aan de boven en aan de onderzijde van de lintvoeg de
mortelbraam met de geslepen punt van een voegspijker of mes weg. De te gebruiken mortel is meestal iets
vettiger van samenstelling, d.w.z. dat de mortel beter smeerbaar is.

De gesneden/geknipte voeg vereist veel ervaring. Dit soort voegwerk wordt vooral bij restauratie gebruikt.